Gewichten en Maten Verzamelaars Vereniging

 
Verzamelthema's


Niet iedereen binnen de vereniging verzamelt hetzelfde materiaal, gelukkig maar.
De een verzamelt wat-ie mooi vindt, een ander specialiseert zich op één of enkele onderwerpen en gaat daarin soms heel ver.

Gelijkgestemde verzamelaars hebben echter niet altijd contact met elkaar, of ze kennen elkaar in het geheel niet!

Deze pagina wil helpen bij het ontstaan van zogenaamde 'special interest groups', zodat men contact kan leggen, elkaars verzameling kan leren kennen en informatie uitwisselen. Soms is het resultaat dat er een website ontstaat rondom een bepaald thema.

Wie graag ook vermeld wil worden op deze pagina, kan contact opnemen met de redactie.

Onderwerpen:

Gewichten
Muntgewichten
Inhoudsmaten
Weegschalen
Lengtematen   [nog niet ingevuld]
Literatuur
Instrumenten  [nog niet ingevuld]


GEWICHTEN


Blokgewichten
Specialist(en):
neem contact op via de GMVV
Aantal verzamelaars:
in Nederland: in meerdere verzamelingen aanwezig
Achtergronden:
Een messing of bronzen blokgewicht ontstond als doorontwikkeling van het loden gewicht. Toen in diverse plaatsen en streken de loden gewichten werden verboden, werden bronzen en messing gewichten aangemaakt met ongeveer dezelfde vormgeving: een laag model met een vrij schuine zijwand.
Daaruit ontwikkelde zich spoedig het typische blokgewicht, dat hoger is dan het breed is, en met uiteindelijk een grijprandje rondom de bovenzijde. Eigenlijk een krukgewicht maar dan zonder de 'kruk' of het handvat.

Blokgewichten zijn vooral bekend uit Amsterdam, in groottes van een half lood (ca. 7 g) tot en met 2 pond.
Zeldzamer zijn de blokgewichten uit Groningen, Sneek, Kampen, Zwolle, Nijkerk, Hoorn, Den Haag en Rotterdam. Verder zijn blokgewichten van Amsterdam verzeild geraakt in de provincie Drente (Meppel en Assen), in Hoorn en in Nijkerk.

De typische Overijsselse latoenkoperen blokgewichten zijn een buitenbeentje, maar horen wel thuis in dit overzicht.

De Romeinse bronzen dubbelconische blokgewichten worden hier buiten beschouwing gelaten, evenals die uit de Vikingtijd.
Voorbeelden:
Blokgewichten  Blokgewichten  latoenkoperen blokgewicht



Gewichten voor goud- en zilverweging: bankgewichten, muntproduktiegewichten, gewichten voor fijne weging, karaatgewichten enz.
Specialist(en):
neem contact op via de GMVV
Zie ook de rubriek Links
Aantal verzamelaars:
in Nederland: 1
Achtergronden:
Voor het wegen van partijen munten in omloop of bij de aanmunting, werden resp. bankgewichten en muntproduktiegewichten gebruikt, waarmee een vooraf vaststaand aantal munten per partij kon worden afgewogen. Tegenwoordig worden telweegschalen gebruikt, waarmee men van een partij kleine identieke produkten het aantal in die partij kan vaststellen.

Gewichten voor fijne weging werden gebruikt voor het nauwkeurig afwegen van kostbare materialen (denk aan edelmetaal en edelstenen) en voor de grondstoffen voor medicijnen. Tegenwoordig worden dergelijke gewichten gebruikt voor het afstellen (kalibreren) van elektronische balansen. Deze gewichten zijn nauwkeurig gejusteerd en mogen slechts een kleine afwijking van de vereiste massa bezitten.

Edelstenen worden gewogen in 'karaat', tegenwoordig 200 milligram = 0,2 gram, waarbij 1 karaat onderverdeeld wordt in 100 'puntjes' van elk 2 milligram. De bijpassende gewichten heten karaatgewichten. Tegenwoordig heb je daarvoor elektronische weegschalen die naar believen omschakelbaar zijn tussen gram, karaat en nog veel meer gewichtseenheden.

In de late middeleeuwen kende men al gewichten voor goud- en zilverweging, waarbij de gewichten van de essayeurs nog een graadje nauwkeuriger waren gejusteerd.
In de loop der tijd zijn er meer gradaties ontstaan in de gewichten voor fijne weging, dankzij de ontwikkeling van steeds nauwkeuriger weegschalen.
Voorbeelden:
karaatdoos
                Linderman   bankgewicht   gewichten voor fijne weging 1949-1980



Sluitgewichten
Specialist(en):
neem contact op via de GMVV
Aantal verzamelaars:
in Nederland en België: in vele verzamelingen aanwezig
Achtergronden:
Een sluitgewicht of pijlgewicht bestaat uit een reeks in elkaar passende kommetjes. Elk onderdeel is een gewicht en ook alle onderdelen bij elkaar zijn dat. Het voordeel van deze gewichtsvorm is het compacte geheel dat gemakkelijk te transporteren is, zonder dat je onderdelen verliest. Het nadeel is de grotere slijtage tijdens het gebruik, ten opzichte van de 'normale' gewichten.

In de Romeinse tijd was deze gewichtsvorm al bekend, maar in Nederland worden Romeinse sluitgewichten zeer zelden gevonden.
In de late middeleeuwen, omstreeks 1250, verschijnt deze gewichtsvorm opnieuw in Nederland en ontwikkelt zich verder. Een overzicht van deze ontwikkelingen is te vinden in de rubriek Bestellen onder het kopje 'Laatmiddeleeuwse sluitgewichten in noordwest-Europa'. Vanaf omstreeks 1500 veranderde er niet zoveel meer aan de vormgeving van het sluitgewicht.

In Nederland werd vanaf 1820, tegelijkertijd met de invoering van het metrieke stelsel, een nieuw model sluitgewicht ingevoerd, geënt op een in Frankrijk gangbaar model dat bijna onversierd was. Dit model werd allengs minder geproduceerd en de laatste exemplaren en vervangende onderdelen werden in de jaren 1885-1888 gemaakt, terwijl omstreeks 1912 de laatste exemplaren werden herijkt.

De gangbare groottes van de voormetrieke sluitgewichten in Nederland zijn kwart - half - 1 - 2 - 4 - 8 - 16 pond. Er zijn ook kleinere en grotere exemplaren bekend, maar die zijn schaars.
De metrieke Nederlandse sluitgewichten zijn bekend in 100 - 200 - 500 - 1000 gram, terwijl er enkele exemplaren van 2 kg bekend zijn.
Voorbeelden:
sluitgewicht
                Haaksbergen 1250-1325  64 pond sluitgewicht  8
                pond sluitgewicht  8
                pond sluitgewicht Groningen  metriek sluitgewicht Frankrijk Système métrique
                usuel



Druppelknopgewichten
Specialist(en):
neem contact op via de GMVV
Zie ook de rubriek Links
Aantal verzamelaars:
in Nederland: diverse
Achtergronden:
Tussen ca. 1852 en ca. 1875 werd een speciaal type messing knopgewicht gefabriceerd, te herkennen aan de vloeiende overgang van de knop in de hals. Dit wordt een 'druppelknop' genoemd en dit type gewicht is bij verzamelaars zeer in trek.

Het uitsterven van dit type gewicht werd in gang gezet door een inspecteur van het ijkwezen, die streefde naar rationalisering en mechanisering van de gewichtenproduktie, maar die bovendien op persoonlijke gronden het druppelknopgewicht verbood.

Omdat deze gewichten in een tijd gemaakt werden waar een justeerholte nog niet verplicht was, zijn ze na 1912 vrijwel allemaal afgekeurd en in onbruik geraakt. Dergelijke gewichten zijn bekend in de groottes 1 gram t/m 10 kilogram.
Voorbeelden:
druppelknopgewichten



Loden gewichten
Specialist(en): neem contact op via de GMVV
Zie ook de rubriek Links
Aantal verzamelaars:
in Nederland: diverse
Achtergronden:
Bij de invoering van het metrieke stelsel in 1820 in Nederland werden de loden gewichten verboden. Sommige steden of streken hadden dergelijke gewichten reeds eerder verboden.

Lood is een zacht materiaal en bovendien giftig, maar het is wel zeer geschikt voor het maken van gewichten.
Bijna alle loden gewichten zijn als bodemvondst overgeleverd en dat is vaak niet bevorderlijk voor de kwaliteit van de merken.
Voorbeelden: Loden gewicht
                Heusden  Loden gewicht Amsterdam  Loden gewicht Dordrecht



Bakkerijgewichten
Specialist(en): neem contact op via de GMVV
Aantal verzamelaars:
in Nederland: 3
Achtergronden:
Bakkers hebben heel lang gebruik gemaakt van speciale gewichten, afgestemd op het brood dat ze bakten. Lange tijd werden hiervoor bijvoorbeeld stenen met de vereiste massa gebruikt, of toch maar gewone handelsgewichten, met alle nadelen van dien (zoekraken van de kleine gewichten).

In 1947 werd in Nederland het Alvobagewicht geïntroduceerd, speciaal voor de broodbakkerijen. Later gevolgd door bakkerijgewichten van Van der Meer & Schoep, Hus en Kester. Uiteindelijk uitlopend op speciale gewichten met een bijzondere massa van Eegema, bestemd voor de weegschalen in verpakkingslijnen. Toen in dergelijke afweegmachines begin jaren '80 geen gewichten meer noodzakelijk waren, betekende dit het einde van de bakkerijgewichten.
Voorbeelden: Alvoba
                bakkerijgewichten  Bakkerijgewicht Van der Meer & Schoep   Bakkerijgewicht Kester   Bakkerijgewicht zelfbouw



Ashanti / Akan goudgewichten
Specialist(en): neem contact op via de GMVV
Kijk ook eens rond op Kunstpedia en zoek aldaar naar 'Akan'.
Aantal verzamelaars:
in Nederland: enkele / in België: enkele
Achtergronden:
Aan de 'Goudkust' van West-Afrika werden eeuwenlang gewichten (en weegschalen) gebruikt voor het afwegen van stofgoud. Er is een enorme vormenrijkdom ontstaan doordat ze met de 'verloren-was methode' werden gegoten. De geometrische voorwerpjes worden over het algemeen als gewichten beschouwd, terwijl de figuratieve dat minder vaak zullen zijn.

Over dit onderwerp is al heel wat literatuur (66 KB in PDF) verschenen, waarbij het boek 'Akan weights and the gold trade' van Timothy Garrard als beste wordt beschouwd.
Voorbeelden: Akan / Ashanti
                gewichten  Akan / Ashanti gewichten



Opiumgewichten (Aziatische diergewichten)
Specialist(en): neem contact op via de GMVV
Zie ook de rubriek Links
Aantal verzamelaars:
in Nederland: enkele / in België: enkele
Achtergronden:
De diervormige gewichten van Thailand, Laos, Birma, Vietnam en een deel van China vormen een prachtig verzamelgebied. In het gebied van herkomst is dat ook bekend en er worden dan ook zeer veel vervalsingen aangeboden. Complete families olifanten, eenden en wat al niet meer. Oppassen dus!
De naam 'opiumgewichten' is misleidend, aangezien de gewichten gewoon werden gebruikt voor het afwegen van handelswaar.

Het standaardwerk op dit gebied is van de hand van Donald & Joan Gear: 'Earth to heaven: the royal animal-shaped weights of Burma'. Het wordt nog steeds geleverd door Silkworm Books.
Voorbeelden: opiumgewicht  opiumgewichten



Messing en bronzen krukgewichten
Specialist(en): neem contact op via de GMVV
Zie ook de rubriek Links
Aantal verzamelaars:
in Nederland: meerdere
Achtergronden:
Het krukgewicht, dat rond het einde van de 16e eeuw opkwam, was in diverse plaatsen in Nederland de meest gebruikte vorm voor een gewicht, met name in plaatsen waar loden gewichten verboden waren zoals Amsterdam en Groningen. De gebruikelijke groottes zijn 1/8 - 1/4 pond - 1/2 pond - 1 pond en groter (tot en met 100 pond). Heel soms werden hele kleine krukgewichten gemaakt, tot 1 lood (1/32 pond) toe.

Bij de invoering van het metrieke stelsel in 1820 werden knopgewichten zeer algemeen en werd het krukgewicht eigenlijk alleen nog toegepast voor de gewichten van 1 kg en groter. Er zijn echter ook metrieke krukgewichten bekend van 1 - 2 - 5 Ned Ons (100 - 200 - 500 gram), en enkele exemplaren van 5 Ned Lood (50 g), vermaakt uit voormetrieke krukgewichten van 1/8 pond.

Zowel in de voormetrieke als de metrieke krukgewichten zijn regionale verschillen in vormgeving te bespeuren.
Voorbeelden: krukgewichten   krukgewichten   krukgewicht



Laatmiddeleeuwse muntgewichten
Specialist(en): neem contact op via de GMVV
Zie ook de rubriek Links
Aantal verzamelaars:
in Nederland: meerdere
in België: 1
Achtergronden:
In de late middeleeuwen, rond 1252, kwamen in Europa weer gouden munten in omloop. Munten waren bijna letterlijk hun gewicht in goud waard. Al spoedig kwamen er doosjes in omloop met een balansje en meerdere gewichtjes, waarmee de verschillende soorten munten per stuk konden worden nagewogen. Voor licht gesleten munten moest een toeslag worden betaald; flink gesleten munten werden geweigerd.

Deze vroege muntgewichten werden geproduceerd in Vlaanderen, Noord-Frankrijk en in Engeland, maar verspreidden zich via de handel naar de handelssteden.
Voorbeelden: muntgewicht   muntgewicht   muntgewicht   muntgewicht   muntgewicht   muntgewicht   muntgewicht   muntgewicht   muntgewicht   muntgewicht


Muntgewichten en muntgewichtdozen
Specialist(en): neem contact op via de GMVV
Zie ook de rubriek Links
Aantal verzamelaars:
in Nederland: meerdere
Achtergronden:
Muntgewichtdozen waren de 'zakjapanners' van hun tijd en werden gebruikt voor het nawegen van gouden (en soms zilveren) munten. In een muntgewichtdoos werden een balansje en een flink aantal muntgewichten ondergebracht, samen met kleine afpasgewichtjes (zogenaamde aasjes of azen). Voor elk soort munt werd een apart muntgewicht gebezigd.

De meeste muntgewichtdozen die ons zijn overgeleverd dateren uit de eerste helft van de 17e eeuw, terwijl rond het midden van de 18e eeuw een nieuwe golf dozen werd geproduceerd.

Hoewel er al veel literatuur op dit gebied beschikbaar is, worden er nog steeds 'nieuwe' vondsten gedaan op veilingen, in oude verzamelingen en dankzij bodemvondsten.

De meeste verzamelaars van muntgewichtdozen wensen incognito te blijven. Wie zich wel bekend maakt heeft nauwelijks tot geen materiaal in huis maar voornamelijk documentatie.
Voorbeelden: Muntgewichtdoos Gerrit Geens 1656  Muntgewichtdoos Gerrit Geens 1656




INHOUDSMATEN

Tinnen maten
Specialist(en):
neem contact op via de GMVV
Aantal verzamelaars:
in Nederland: diverse
in België: diverse
Achtergronden:
Inhoudsmaten voor natte waren werden onder andere van tin gemaakt. Ze werden gebruikt voor het meten van bier, wijn, sterke drank, melk en medicijnen.

Tinnen maten hebben al een lange geschiedenis: er zijn exemplaren bekend uit de 15e eeuw, terwijl in de jaren '80 van de 20e eeuw de laatste exemplaren werden vervaardigd (uitgezonderd de 'neppers' voor de sier).

De voormetrieke Nederlandse en Belgische exemplaren (van voor 1830) zijn moeilijk te vinden. De meeste exemplaren zullen ongetwijfeld bij tinverzamelaars in de kast staan. Ze zijn bekend in groottes van (omgerekend) enkele tientallen milliliters tot en met enkele liters.

De metrieke Nederlandse en Belgische tinnen maten voor (sterke) drank zijn vrij algemeen; ze komen voor in de groottes van 1 centiliter (10 ml) tot en met 2 liter (2000 ml), waarbij de kleinste maatjes (1 en 2 centiliter) en de 2 liter zeldzaam zijn. De metrieke tinnen melkmaten van 1/2 en 1 liter zijn zeer zeldzaam.
Voorbeelden:
voormetrieke
                tinnen melkmaat Leeuwarden  voormetrieke tinnen drankmaten Groningen

voormetrieke tinnen drankmaat Leeuwarden  voormetrieke tinnen apothekersmaten

complete serie metrieke tinnen maten  voormetriek tinnen bakje geijkt 


Melkmaten
Specialist(en):
neem contact op via de GMVV
Zie ook de rubriek Links
Aantal verzamelaars:
in Nederland: diverse
Achtergronden:
Eeuwenlang werden er inhoudsmaten gemaakt, specifiek voor het afmeten van melk.

Voordat het metrieke stelsel ingevoerd werd (voor de 'natte' maten in 1830) waren de melkmaten voor de kleinhandel gemaakt van tin, blik, messing en... hout! Dergelijke voormetrieke melkmaten zijn echter heel zeldzaam geworden, waarbij de messing exemplaren vaak niet als zodanig worden herkend.

Bij de invoering van het metrieke stelsel in 1830 werden blikken en houten melkmaten toegestaan; en op verzoek van de melkhandelaren in 1840 ook die van tin, messing en koper. Uit de praktijk blijkt dat de metrieke tinnen melkmaten bijna niet zijn gemaakt, de houten en (dunne) blikken exemplaren waren te vergankelijk, zodat uit de begintijd alleen de messing (en koperen) melkmaten zijn overgeleverd. De messing en koperen maten waren daarbij vaak van zeer dun metaal vervaardigd waardoor hun levensduur beperkt was.

Grootschalige machinale fabricage vanaf ca. 1880 deed de kwaliteit van de messing en blikken melkmaten flink toenemen, en daarmee ook de levensduur van deze inhoudsmaten. Houten melkmaten werden rond deze tijd nog sporadisch geproduceerd en de tinnen melkmaten werden alleen nog in de IJkwet genoemd. Vanaf 1936 werd ook rvs (roestvaststaal / roestvrijstaal) toegestaan.

In de tweede wereldoorlog werd nog een nieuwe melkmaat ingevoerd, namelijk de 1/4 liter, omdat de bezetter gewoon was om met een dergelijke maat te meten. Na de oorlog was het gebruik van dit maatje niet meer nodig.

In 1984 kreeg Eegema in (toen nog) Pernis toestemming voor het maken van aluminium melkmaten, waarvan de maat uit 1 stuk was geperst. Slechts 20 exemplaren werden gefabriceerd en verkocht; verzamelaars zijn nog op zoek naar deze maten.

Naast de melkmaten voor de kleinhandel onstond binnen de melkfabrieken de behoefte aan grote melkmaten. Dit werden de melkmeetemmers, zoals die in Denemarken al waren ingevoerd: een inhoudsmaat met een drijver, waarbij de stang van de drijver is voorzien van een schaalverdeling in liters. Het ijkwezen wilde niet maar moest in 1897 na flinke aandrang overstag en stond ze daarna toe. Ze komen voor in groottes van 20, 30, 40 en 50 liter; ongeijkte exemplaren kunnen b.v. 15 liter meten. Meestal zijn ze van blik; er zijn echter ook exemplaren van koper en rvs gemaakt. De laatste exemplaren werden in 1961 gefabriceerd..

In 1932 werd de melkmeetkraan ingevoerd. Deze werd bevestigd op een flens onderaan een melkbus of vat. Per slag kon een halve liter worden afgemeten. In 1967 werd het laatste exemplaar ter ijk aangeboden; in de jaren '70 was het gebruik ervan spoedig afgelopen vanwege de overstap naar voorverpakte melk. Van dit type instrument zijn enkele duizenden exemplaren vervaardigd.
Voorbeelden:
voormetrieke
                tinnen melkmaat Leeuwarden   roodkoperen melkmaat   messing melkmaat   houten melkmaat   melkmaten assorti 




WEEGSCHALEN


Korenschalen / graanwegers
Specialist(en):
neem contact op via de GMVV
Aantal verzamelaars:
in Nederland enkele specialisten, maar korenschalen zijn in vele verzamelingen aanwezig
Achtergronden:
Een korenschaal of graanweger is een weegwerktuig voor het bepalen van de soortelijke massa van graan. Dit is een maat voor de kwaliteit van het graan en daarmee prijsbepalend.
Een korenschaal bestaat uit 2 bussen (waarvan 1 de maat is), een balansje of evenaar, een strijkstokje en een serie gewichten.

Korenschalen zijn bekend sinds de 18e eeuw en werden gewoonlijk in vier groottes gemaakt: 1 - half - kwart - achtste kop. De bijbehorende gewichten dragen de aanduidingen 60-40-20-10-5-4-3-2-1. De maat en de gewichten zijn niet geijkt. Gewoonlijk zijn ze gerelateerd aan de voormetrieke ponden en inhoudsmaten van Groningen en Amsterdam: de toenmalige centra van de graanhandel. De kwart kop korenschaal komt het meeste voor.

In 1820, bij de invoering van het metrieke stelsel, werden nieuwe korenschalen op de markt gebracht van 1 Ned Kop (liter), 1/2 Ned Kop (1/2 liter), 2 Ned Maatjes (2 deciliter) en 1 Ned Maatje (1 deciliter). De bijbehorende gewichten dragen de aanduidingen 40-30-20-10-5-4-3-2-1-1/2 G-G, waarbij 'G-G' voor graangewicht staat. De meeste metrieke korenschalen zijn uit Groningen afkomstig; het restant uit Amsterdam, de provincie Friesland en uit Rotterdam. De 1/2 Ned Kop en 2 Ned Maatjes korenschalen komen het meeste voor.
Voorbeelden:
Korenschaal 2
                Ned Maatjes  Gewichten bij korenschaal 2 Ned Maatjes

Korenschaal voormetriek kwart kop  Korenschaal voormetriek kwart kop gewichten  Korenschaal 20 liter Schopper Leipzig




Brievenwegers / postbalansen
Specialist(en):
neem contact op via de GMVV
Zie ook de rubriek Links
Aantal verzamelaars:
in Nederland: minstens 2
Achtergronden:
Met de invoering van de postzegel, eerst in Engeland (1840) en daarna in omringende landen (Nederland in 1852), ontstond de behoefte aan brievenwegers. Het versturen van post creëerde een markt, niet alleen voor brieven, maar ook voor brievenwegers. In de loop van meer dan anderhalve eeuw is een grote variatie aan weegschaaltjes op de markt gebracht. Veel ervan (uit Europa en de Verenigde Staten) zijn te zien op de hiervoor genoemde website.
Voorbeelden:
brievenweger
              Velthoen   brievenweger Cross
Brievenweger Westa   Brievenweger Maul
Brievenweger Velthoen



Moderne laboratoriumbalansen (substitutiebalansen), torsiebalansen, microbalansen
Specialist(en): neem contact op via de GMVV
Aantal verzamelaars:
in Nederland 1 / in Duitsland 1
Achtergronden:
De moderne mechanische laboratoriumweegschalen werden vaak uitgevoerd als substitutiebalans. Ze hebben maar 1 weegpan en een set ingebouwde gewichten die door middel van draaiknoppen is te bedienen. De aflezing vindt gewoonlijk plaats met cijferrollen, aangevuld met geprojecteerde cijfers op een matglas en een nonius. Dergelijke balansen zijn te dateren tussen ca. 1947 en ca. 1985. De fabrikant Mettler uit Zwitserland heeft met enige moeite de substitutiebalans weten in te voeren en andere fabrikanten hebben uiteindelijk het voorbeeld gevolgd.
Voor achtergronden over substitutieweging zie het begin van de website van Zeegert van Huissteden.

In de aanloop naar het elektronicatijdperk vind je hybride vormen, daterend vanaf ca. 1967 tot ver in de jaren '80, waarbij het weegmechanisme nog mechanisch is, maar de uitlezing reeds elektronisch.

Overigens worden dergelijke balansen in Duitsland denigrerend 'Blechkastenwaagen' genoemd, maar het zijn toch vaak wondertjes van techniek. Ze zijn nu nog tweedehands te vinden maar er is weinig vraag naar en de prijzen zijn laag, zodat vele alsnog zullen worden weggegooid.

Enkele fabrikanten waarvan de produkten in Nederland te vinden zijn: Becker's Sons (Beckson te Brummen), Bosch (Jungingen, Duitsland), Paul Bunge (Hamburg, Duitsland), Hartner (Ebingen, Duitsland), Kern (Albstadt-Ebingen, Duitsland), Mettler (Zürich, Zwitserland), Mikrowa (Walzenhausen, Zwitserland), Oertling (Orpington, Engeland), Sartorius (Göttingen, Duitsland), Sauter (Ebingen, Duitsland), Spoerhase (Giessen, Duitsland), Stanton Instruments (London, Engeland) en Voland / Chyo (Verenigde Staten / Japan).

De meeste microbalansen voor het wegen tot 6 of 7 cijfers achter de komma, zijn uitgevoerd als torsiebalans of als elektrische balans (nog niet elektronisch).
In Nederland werden torsiebalansen geleverd van VDF (Vereenigde Draadfabrieken), Sauter en Hartmann & Braun. De elektrische microbalansen zijn van Cahn uit de Verenigde Staten.
Voorbeelden: Becker's Sons
                ARA   Bosch S2000   Bunge 100 V   Mettler 200 A4N   Mettler H3/12   Mettler H54   Mettler M3   Mettler S5   Spoerhase Model 10   Voland Chyo Jupiter 5000   Mettler P2010   Sauter Toppan   Cahn G   Perkin-Elmer AD2   VDF C   VDF United   Sauter 0,5 gram   Sauter 1062



Oogjesbalansen / messing evenaars
Specialist(en): neem contact op via de GMVV
Aantal verzamelaars:
in Nederland 1
Achtergronden:
Rond het midden van de 19e eeuw ontstond in Nederland de 'oogjesbalans': een messing evenaar met beweegbare ijzeren oogjes waaraan de schalen kunnen worden gehangen. Grotere exemplaren hebben overigens in plaats van oogjes open haken. Ze werden tot in het begin van de 20e eeuw gemaakt.

Diverse fabrikanten hebben ze vervaardigd, zoals C. Becker (Arnhem),
Becker's Sons (Rotterdam), A.H. van Bergen (Heiligerlee), K.J. Krol (Sneek), Louwmans & Co. (Sneek), Olland & Stratemeyer (Utrecht), H. Olland (Utrecht), J. van Pelt (Breda), Schierenbeck (Arnhem) en J. Welles (Leeuwarden).

Daarnaast werden ze verkocht door verschillende handelaren die er een eigen stempel op zetten:
S. Barnstyn (Groningen), G. Hermsen (Amsterdam), Klyn de Jong (Amsterdam), Lammerts van Bueren (Utrecht), Landré & Glinderman (Amsterdam), F.H. Pijttersen (Sneek), D. Rijsmus Azn. (Rotterdam) en W. Linderman & Co. (Amsterdam).

Voor diverse doeleinden werd de balans uitgerust met verschillende typen schalen: voor het wegen van brood (met 1 open platte bak), thee (met 1 bak met een schenktuitje), specerijen (met 2 diepe bakjes), of met 2 vlakke, afneembare plateaus als apothekersbalans. Voor de kleine balansen werden statieven geleverd; soms zijn ze zelfs in kistjes met gewichten opgenomen.

De eerste afbeelding is afkomstig uit het Algemeen Handelsblad van 10-9-1855, te vinden op Delpher, een rijke bron van advertenties en artikelen in oude kranten.
Voorbeelden: C. Becker
                oogjesbalans 1855
Oogjesbalans in etui met gewichten  Oogjesbalans H. Olland Utrecht




LITERATUUR


Metrologische literatuur, documentatie en handelscatalogi
Specialist(en): neem contact op via de GMVV
Zie ook de rubriek Bestellen
Aantal verzamelaars:
in Nederland 1 / in Duitsland enkele
Achtergronden:
De meeste verzamelaars stellen prijs op het object, zonder te willen weten wat de wordingsgeschiedenis van het object is geweest, of waarvoor het is gebruikt. Literatuur kan meer inzichten bieden en hoort eigenlijk de basis te zijn van elke verzameling.

Literatuur is beschikbaar voor de volgende vakgebieden: areometers, gasmeters, gewichten, ijkwezen, inhoudsmaten, inhoudsmeting, instrumenten, korenschalen, landmaten, lengtematen, lengtemeting, muntgewichten, oppervlaktemeting, roei- en peilkunde (inhoudsmeting van vaten), scheepsmeting (ijken van schepen / diepgangmeting), tabellen, waag, watermeters, waterpeil en weegwerktuigen.
Daarnaast zijn van belang: handelscatalogi, museumcatalogi, veilingcatalogi en algemene literatuur over metrologie.
Zie voor een uitgebreid overzicht de Literatuurlijst.

Onder handelscatalogi kan ook worden verstaan: folders, brochures, prijslijsten, handleidingen (gebruiksaanwijzingen) en achterliggend materiaal zoals briefhoofden, correspondentie, interne bedrijfsdocumenten, enz. Dit alles op het gebied van inhoudsmaten, lengtematen, gewichten en weegschalen.
Zie voor een uitgebreid overzicht de sectie Bestellen.
Voorbeelden: Folder
                Haagsche Balansen en Gewichtenfabriek   Handelscatalogus Becker's Sons   Boek 'Die Waage'   Boek Italiaanse muntgewichten   Boek 'The old measure'



Terug naar de startpagina.


Update: 28-11-2018