muntgewichtdoos 1 dek, klein formaat Noord-Nederlands 5 of 7 vakjes in het dek Omstreeks 1750 was de variëteit aan in omloop zijnde gouden munten sterk gedaald, zodat over het algemeen met een kleine muntgewichtdoos met slechts een tiental muntgewichten kon worden volstaan. Deze doos biedt ruimte aan 12 muntgewichten (in sommige vakjes zitten 2 stuks). Het azendeksel ontbreekt, evenals de aasgewichtjes. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door Paulus Dorsman te Amsterdam, even na 1750. Zeer algemeen. |
|
muntgewichtdoos 2 deks, klein formaat Noord-Nederlands 7 vakjes in het dek 10 vakjes in de lade Een iets uitgebreidere muntgewichtdoos. In het dek 7 vakjes voor 12 muntgewichten. In de onderlade 10 vakjes voor 10 muntgewichten. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door Paulus Dorsman te Amsterdam, even na 1750. Vrij algemeen. |
|
muntgewichtdoos 3 deks, klein formaat Noord-Nederlands 5 vakjes in het dek 8 of 10 vakjes in het deksel 8 of 10 vakjes in de onderlade In de 17e eeuw was het aantal in omloop zijnde gouden munten nog vrij groot. Het hiernaast afgebeelde exemplaar heeft in het deksel (de dekselschuif ligt helemaal onder op de foto) 10 vakjes voor muntgewichten. In het dek 5 vakjes voor muntgewichten, een balans met driehoekige en ronde schaaltjes, en een azendeksel waaronder de aasgewichtjes liggen. Onder het dek een schuiflade met nog eens 10 vakjes voor muntgewichten. Samengesteld te Amsterdam in de jaren 1640. Vrij algemeen. |
|
muntgewichtdoos 1 dek, middenformaat Zuid-Nederlands 13 vakjes in het dek Rond het midden van de 18e eeuw werden ook in Antwerpen grote hoeveelheden muntgewichtdozen samengesteld. De dozen zijn vrij slordig gesneden. Het hiernaast afgebeelde exemplaar is van J.F. Wolschot (in of na 1751) en heeft een adreswijziging ingeplakt gekregen. Zeer algemeen. |
|
muntgewichtdoos 1 dek, middenformaat Noord-Nederlands 13 vakjes in het dek In het begin van de 17e eeuw bestond de muntomloop uit heel veel verschillende munten, zodat muntgewichtdozen normaliter tussen de 30 en 40 muntgewichten konden herbergen. Blijkbaar heeft de eigenaar van deze muntgewichtdoos die behoefte niet gevoeld. Dit exemplaar heeft geen onderlade. Het hiernaast afgebeelde exemplaar is van Guilliam de Neve uit Amsterdam, in of vlak na 1623 gemaakt. Part. collectie. Zeldzaam. |
|
muntgewichtdoos 2 deks, middenformaat Noord-Nederlands 10 of 13 vakjes in het dek 18 vakjes in de onderlade In de 17e eeuw was een muntgewichtdoos van deze omvang heel normaal. Uitsluitend voor het wegen van gouden munten. In de onderlade tot 18 muntgewichten (onderop de foto). In het dek (midden op de foto) de grotere muntgewichten. Een balans met een rond en driehoekig schaaltje. Onder het azendeksel de aasjes à 48 mg per eenheid. In het deksel is een geïllustreerde koerstabel geplakt met vermelding van de naam van de samensteller. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door Isaac Abrahamsen te Amsterdam, in 1658. Vrij algemeen. |
|
muntgewichtdoos 1 dek, groot middenformaat Noord-Nederlands 28 vakjes in het dek Tot in het begin van de 17e eeuw werd een groot middenformaat muntgewichtdoos geleverd, met 1 dek muntgewichten. Het azendeksel is hierbij in het deksel uitgespaard. Het hiernaast afgebeelde exemplaar is samengesteld door Maarten du Mont te Middelburg, in 1620. Part. collectie. Zeldzaam. |
|
muntgewichtdoos 1 dek, groot middenformaat Zuid-Nederlands 24 vakjes in het dek In de 18e eeuw werden in Antwerpen vele muntgewichtdozen samengesteld. Dit is het grootste formaat dat toen werd geleverd. Het hiernaast afgebeelde exemplaar is samengesteld door J.F. Wolschot te Antwerpen, vanaf 1751. De evenaar is van messing (in plaats van ijzer) vervaardigd. Op de plaats van het azendeksel is nu een sluitgewicht geplaatst; dit is niet zoals de doos oorspronkelijk bedoeld was. Algemeen. |
|
muntgewichtdoos 1 dek, compact grootformaat Zuid-Nederlands 37 vakjes in het dek In de jaren '40 van de 17e eeuw kwamen in Antwerpen dergelijke grote muntgewichtdozen in gebruik. In het (dikke) deksel een schuif waarachter de azen worden opgeborgen. Bekend met en zonder schrijnwerkersmerk; de exemplaren zonder schrijnwerkersmerk zijn vermoedelijk in Antwerpen gemaakt. Het hiernaast afgebeelde exemplaar is gevuld met muntgewichten van Jacob Jansz de Backer uit Antwerpen, omstreeks 1648. Part. collectie. Zeldzaam. |
|
muntgewichtdoos 1 dek, grootformaat Noord- en Zuid-Nederlands 35 of 36 of 40 vakjes in het dek De grootste 16e / 17e eeuwse muntgewichtdozen hebben 35 tot 40 vakjes voor muntgewichten en een azendeksel waaronder de azen liggen. Het deksel biedt ruimte voor een etiket met een geïllustreerde koerstabel. Het hiernaast afgebeelde exemplaar heeft een algemeen Amsterdams etiket en dateert uit 1657. Vrij algemeen. |
|
zilverdoos grootformaat Noord-Nederlands 24 vakjes in het dek een muntgewichtdoos uitsluitend bedoeld voor het wegen van zilveren munten. In het zilverdek is plaats voor enkele tientallen muntgewichten voor zilveren munten. Verder een lange balans met twee ronde schaaltjes: één plat en één met opstaand randje (dit is typerend voor de Noord-Nederlandse muntgewichtdozen waarop zilveren munten werden gewogen). Onder het schuifdekseltje de zogenaamde stuiverazen (1 stuiveraas = 8 aas = 384 mg) waarmee het ondergewicht van de zilveren munt kan worden bepaald en daarmee de toeslag in geld. Exemplaren bekend, gedateerd tussen 1646 en 1650, en enkele ongedateerde uit dezelfde tijd. Het bleek weinig zinvol om de zilveren munten na te wegen, gezien de relatief geringe waarde ten opzichte van de gouden munten. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door Guilliam de Neve te Amsterdam, in of na 1644. Collectie: Nationale Numismatische Collectie. Zeer zeldzaam. |
|
zilverdoos kleinformaat Noord-Nederlands 12 vakjes in het dek een muntgewichtdoos uitsluitend bedoeld voor het wegen van zilveren munten. In het zilverdek is plaats voor de meest gangbare muntgewichten voor zilveren munten. Verder een lange balans met twee platte ronde schaaltjes: één plat en één met opstaand randje (dit is typerend voor de Noord-Nederlandse muntgewichtdozen waarop zilveren munten werden gewogen). Onder het schuifdekseltje in het deksel de zogenaamde stuiverazen. Aangezien deze doos uit Emden stamt is de eenheid afwijkend, namelijk 1 stuiveraas = 14,2 aas = 682 mg. Hiermee werd het ondergewicht van de zilveren munt bepaald en daarmee de toeslag in geld. 1 Exemplaar bekend, gedateerd 1646. Het bleek weinig zinvol om de zilveren munten na te wegen, gezien de relatief geringe waarde ten opzichte van de gouden munten. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door Jan Joressoen van Beick te Emden in 1646. De doos werd overigens gesneden door de schrijnwerker Claas Evertzn. Bijl te Amsterdam. Part. collectie. Zeer zeldzaam. |
|
superbox Noord-Nederlands 36 vakjes in het dek 24 vakjes in het zilverdek een term die door Gary Batz is bedacht om een dubbele muntgewichtdoos aan te duiden, waarmee zowel gouden als zilveren munten kunnen worden gewogen. Deze bestaat uit 2 dekken: het onderste dek of zilverdek (onderaan op de foto) heeft een balans met twee ronde schalen en enkele tientallen muntgewichten voor zilveren munten. Onder het schuifdekseltje de zogenaamde stuiverazen (1 stuiveraas = 8 aas = 384 mg). Het zilverdek heeft aan de voorzijde 2 sluithaakjes die vastgemaakt kunnen worden aan het gouddek. Het bovenste dek of gouddek (midden op de foto) heeft een balans met een rond en een driehoekig schaaltje en bevat alleen muntgewichten voor gouden munten. Onder het schuifdekseltje liggen de zogenaamde azen (1 aas = 48 mg). Vlak deksel met een etiket (bovenin de foto), dat met 3 sluithaakjes boven op het deksel vastgemaakt wordt aan het gouddek. Exemplaren bekend uit 1617, 1643 - 1649, 1685 en ongedateerd (rond 1640-1650). Het hiernaast afgebeelde exemplaar is samengesteld door Jan Kaan te Amsterdam, in of na 1639. Deze doos is incompleet en beschadigd: de scharnieren zijn gebroken zodat het zilverdek los ligt (handig voor de foto). De originele balansen ontbreken; in het zilverdek ligt nu een gerepareerde opklapbare Vikingbalans die vele eeuwen ouder is. Collectie Universiteitsmuseum Utrecht. Zeldzaam. |
|
superbox 1-dek Noord-Nederlands 20 vakjes in het dek 24 vakjes in het deksel In het begin van de 17e eeuw werd een gecombineerde superbox geleverd, waarbij in het dek ruimte is voor twee balansen: a) een grote balans met een (verdiept) rond en een (vlak) driehoekig schaaltje, voor het wegen van de gouden munten b) een kleine balans met een verdiept rond en een vlak rond schaaltje voor het wegen van de zilveren munten. In het dek zitten muntgewichten voor zowel gouden als enkele zilveren munten. Achter de dekselschuif zitten muntgewichten voor gouden munten. Achter het kleine schuifdeksel in het deksel zitten de azen en stuiverazen. Twee exemplaren bekend, gedateerd 1605 en 1612. De doos uit 1605 is vermoedelijk de oudst bekende gedateerde doos uit Amsterdam. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door Guilliam de Neve te Amsterdam in 1612. Collectie Amsterdam Museum. Zeer zeldzaam. |
|
goudgewicht Noord-Nederlands een afgescheiden hoekje voor de losse gewichten over het algemeen een planken kistje (in tegenstelling tot de muntgewichtdoos die uit een blok hout gegutst is), met daarin traditionele trooise gewichten voor fijne weging in 'ons', 'engels' en 'aas' aangeduid. Gewoonlijk niet bedoeld als muntgewichtdoos, tenzij er een conversietabel meegeleverd is die aangeeft hoeveel engels en aas een bepaalde munt dient te wegen. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door Theodorus de Backer te Amsterdam, rond het midden van de 18e eeuw. Part. collectie. Zeldzaam. |
|
Löwenwaage Zuid-Nederlands 18 of 20 vakjes in de lade Een stationaire muntgewichtdoos, dus niet bedoeld voor op reis. Deze heeft een ladeblok met lade. Op het ladeblok kan een statief worden geschroefd. In de lade zit een aantal vakjes voor de muntgewichten en achterin een groot vak waarin de balans + schaaltjes en eventueel het statief kunnen worden opgeborgen. Verkocht in Antwerpen, Brussel, Namen, en Sint Niklaas. Te dateren tussen 1749 en 1809. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door François Courseul te Namen, tussen 1802 en 1809. Vrij algemeen. |
|
Speciaal Zuid-Nederlands 9 ronde vakjes in het dek Gerard de Corduanier te Brussel leverde rond het midden van de 18e eeuw muntgewichtdozen met dikke ronde muntgewichten. Zeldzaam. |
|
Speciaal Zuid-Nederlands 10 (en meer of minder) ronde vakjes in het dek Te Luik (Liège) was dit een algemeen type muntgewichtdoos. Dit exemplaar is een klein formaat; er bestaan ook grotere varianten. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door Mousset te Luik, tussen 1749 en 1751. In het deksel is het schuifje zichtbaar dat het azenvakje afdekt. Het doosje heeft een drukknopsluiting. Vrij algemeen. |
|
Speciaal 3 vakjes in het dek 36 vakjes in het deksel Ondanks een redelijke 'standaardisatie' in verschijningsvormen zijn er kleine en grote afwijkingen mogelijk. De hiernaast afgebeelde muntgewichtdoos dateert naar alle waarschijnlijkheid uit 1586 en werd samengesteld door Lenaart van de Gheere (III) te Amsterdam. In het dek 3 muntgewichten voor zilveren munten, een piepklein sluitgewicht van 32 engels (totaal 49,2 g) en enkele lamelgewichten. In het deksel achter twee schuiven in totaal 36 muntgewichten voor gouden munten. Helaas ontbreken het originele statief en de balans. Om de originele muntgewichtdoos is in de 19e eeuw een nieuwe beschermende doos gelijmd. Uniek. |
|
Speciaal een afgescheiden hoekje voor de losse gewichten In het begin van de 19e eeuw, toen de muntgewichtdozen nauwelijks meer werden gemaakt, heeft Willem Linderman te Amsterdam ze nog geleverd. Niet meer voorzien van muntgewichten, maar met algemene gewichten in engels en aas, en een conversietabel in het deksel geplakt. De doosjes betrok hij uit Duitsland (Berg & Mark), die te Amsterdam werden uitgegutst en verder gevuld. De nieuwe gouden tientjes en vijfjes zijn met inkt nog aan het etiket toegevoegd, zodat deze muntgewichtdoosjes zelfs na 1826 nog konden worden gebruikt. Zeldzaam. |
|
Speciaal 8 of 14 vakjes in het dek 10 of 18 vakjes in het deksel Tussen 1656 - 1659 werden de mooiste muntgewichtdozen geleverd door Jacobus en Nicolaas Listingh: gezwart hout, de bijschriften zijn in zilver (en soms goud) aangebracht, het deksel is soms gesloten met een zilveren haakje en de stempels voor de muntgewichten waren gesneden door de allerbeste stempelsnijder: Christoffel Adolphi te Amsterdam. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door Nicolaas Listingh te Amsterdam, in 1659. Voor de doos licht de dekselschuif. Onder een van de muntgewichten rechts in het dek liggen de aasjes verscholen. Zeldzaam. |
karaatdoos Noord- en Zuid-Nederlands bedoeld voor het wegen van edelstenen, die verhandeld werden op basis van de gewichtseenheid 'karaat'. In het dek is ruimte voor een balans met twee diepe bolle schalen, en onder een schuifdeksel de zogenaamde karaatgewichten. Vanaf het einde van de 17e eeuw is er plaats in een karaatdoos voor een pincet annex schepje. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door Adolf de Backer te Amsterdam, eind 17e eeuw. Collectie Pfunds-Museum te Kleinsassen (Duitsland). Vrij algemeen. |
|
karaatdoos Noord- en Zuid-Nederlands bedoeld voor het wegen van edelstenen, die verhandeld werden op basis van de gewichtseenheid 'karaat'. In het dek is ruimte voor een balans met twee diepe bolle schalen, en onder een schuifdeksel de zogenaamde karaatgewichten. Met een gecombineerde pincet / diamantschep. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door Hendrik Linderman en Zoon te Amsterdam, vanaf ca. 1768. In deze mooie staat vrij zeldzaam. |
|
apothekersdoos Zuid-Nederlands, voormetriek In de Zuidelijke Nederlanden is een voormetrieke apothekersdoos in feite een karaatdoos met een aan het doel aangepaste set apothekergewichten in grein, scrupel, drachme en uncia. De schaaltjes aan de balans zijn minder diep dan bij een karaatdoos. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door Joannes Franciscus Wolschot te Antwerpen, vermoedelijk rond 1726-1729. Zeldzaam. |
|
apothekersdoos Noord-Nederlands, voormetriek In de Noordelijke Nederlanden was een apothekersdoos een planken kistje (vergelijkbaar met goudgewicht, zie hiervoor), gevuld met een balans en een aantal vierkante apothekergewichten met hun kenmerkende aanduidingen in uncia, drachme, scrupel en eventueel greinen. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door Paulus Dorsman te Amsterdam, tussen 1751-1764. De nog aanwezige gewichten wegen 8 - 4 - 2 en 1 drachme. Rechts is nog een deel te zien van de ijzeren evenaar (met de messing schaaltjes met schuin opstaande rand). Collectie Nederlands Openluchtmuseum, Arnhem. Zeldzaam. |
|
apothekersdoos Noord- en Zuid-Nederlands, metriek De metrieke apothekersdozen, ingevoerd in 1820, werden soms voorzien van een etiket. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door T.A. Nagel te Amsterdam en geijkt door M.J. Swarts Bevel te Leiden, 1832. Collectie Rijksmuseum Boerhaave, inv.nr. V06975, voorheen collectie Rijksmuseum voor de geschiedenis der natuurwetenschappen (RGN), Leiden. Een vrijwel identiek exemplaar in dezelfde collectie, inv.nr. V14417. Zeer algemeen (met etiket: zeldzaam). |
|
essaaibalans Noord-Nederlands Voor de meest nauwkeurige wegingen werd een essaaibalans ingezet. Deze heeft een dunne evenaar met zeer lange armen, een zeer lange wijzer en bovendien een doorbroken schaar zodat het nulpunt van de wijzer zichtbaar wordt in het oog. De schaaltjes zijn van zilver. Een dergelijke balans werd gebruikt door een essayeur voor de gehaltebepaling van een stuk metaal. Het hiernaast afgebeelde exemplaar werd samengesteld door T.A. Nagel te Amsterdam, periode 1814 - 1832. Zeer zeldzaam. |
|
balanskist Noord-Nederlands de allergrootste karaatdozen (bedoeld voor de groothandel) zijn planken kisten met een afgescheiden planken vakje voor de karaatgewichten, terwijl verder plaats is voor een ijzeren evenaar met grote ondiepe messing schalen. Ook planken kisten met daarin ruimte voor alleen een balans vallen onder deze typering. Zeldzaam. |
|
à la Prieur Noord- en Zuid-Nederlands een Franse vinding, waarbij het kilogram in rechthoekige blokken werd verdeeld, van 500 - 1 gram. Deze blokken van de eenheden, tientallen en honderdtallen grammen hebben resp. dezelfde lengte maar een variabele breedte. Het hiernaast afgebeelde exemplaar is samengesteld door T.A. Nagel te Amsterdam en door hem geijkt in 1825. Een vergelijkbaar exemplaar in de collectie van Rijksmuseum Boerhaave, inv.nr. V10440. Zeer zeldzaam. |
|
knopgewichtdoos Noord-Nederlands in 1820, bij de invoering van het metrieke stelsel in de Noordelijke Nederlanden, werd een nieuwe gewichtsvorm geïntroduceerd: het knopgewicht. Soms zijn deze gewichten in een kist met deksel ondergebracht: een knopgewichtdoos. Vrij algemeen (met etiket: zeldzaam). Nog een voorbeeld hiervan is te vinden in de collectie van Rijksmuseum Boerhaave, inv.nr. V06333. |
|
milligrammendoos Noord-Nederlands eveneens in 1820 ingevoerd in de Noordelijke Nederlanden. Een dergelijk plat kistje met deksel bevat een set ronde zilveren milligramgewichten. Zo'n doosje gewichten hoorde gewoonlijk bij een essaaibalans (zie hiervoor). Het hiernaast afgebeelde exemplaar is samengesteld door J.B. Broekman te Amsterdam (Huidenstraat 7), de opvolger van T.A. Nagel. Collectie Fries Museum, Leeuwarden. Van T.A. Nagel is eveneens zo'n doosje milligramgewichten bekend. Zeldzaam. |