Muntgewichten en muntgewichtdozen uit de Nederlanden


Munten waarvoor muntgewichten zijn uitgegeven


Per land gesorteerd:

België Frankrijk Marokko Schotland
Duitse Rijk Hongarije Nederlanden Spanje
Engeland
Italië Portugal

In de lijst van munten per land (waarvoor muntgewichten zijn gemaakt) is met kleuren gewerkt:
goud
muntgewicht voor een gouden munt
zilver
muntgewicht voor een zilveren munt (ver in de minderheid)
niet aangemunt
muntgewicht voor een niet-bestaande munt; de muntgewichtmaker is enigszins voorbarig geweest.

Let op dat de eventuele afbeeldingen ONDER de beschrijvingen van de munten staan.

In de kolom 'Massa' wordt soms het snedegetal opgenomen, afgekort tot '(s=xxx)'. Voorbeeld: s=75 betekent 75 munten uit 1 mark van 244,753 g = per munt 3,26 g.

De kolom 'Bijnaam' geeft de benaming weer volgens het bijschrift in muntgewichtdozen.
In [vierkante haken] is soms de officiële benaming opgenomen.
Soms is geen bijnaam gevonden, omdat de munt veel ouder is dan de oudst gevonden muntgewichtdoos (uit 1579).
Het valt op dat sommige munten tot wel ruim een eeuw na aanmunting in omloop bleven, aangezien er toen nog muntgewichten voor zijn gemaakt.

De kolom 'Verwijzing' geeft de systematische benaming van de munt, in de vorm van:
   denominatie - muntnaam - emissieperiode - metaal - massa
bijvoorbeeld:
   2 Albertijn - (1600 - 1610) - goud - 5,15 g
Zo zorg je ervoor dat een muntgewicht eenduidig wordt beschreven.

De gegevens van de per land gesorteerde overzichten zijn grotendeels gebaseerd op het werk van Arent Pol, zoals gepubliceerd in 'Noord-Nederlandse muntgewichten'. Zie de pagina Literatuur.
De schetsmatige tekeningen zijn vervaardigd door Ferdinand Schaaf. Er zijn vele variaties hierop bekend en mogelijk.

Deze schetsmatige tekeningen zijn aangevuld met voorbeelden van muntgewichten. Niet elke stempelvariant wordt getoond; alleen de hoofdvarianten.

De muntgewichtmaker heeft een en dezelfde blokbeeldenaar (stempelafslag op de voorzijde van het muntgewicht) nogal eens gebruikt voor geheel verschillende muntgewichten, louter omdat een kenmerkend onderdeel van de munt een beetje paste bij het slagstempel van het muntgewicht. Dit valt wel terug te lezen in de schetsmatige tekeningen maar nauwelijks in de afbeeldingen van de muntgewichten voor een bepaalde munt.



Op blokbeeldenaar gesorteerd:

Blokbeeldenaars
Blokbeeldenaars

De voorzijde van een muntgewicht toont een versimpelde weergave van de bijpassende munt. Die voorzijde wordt 'blokbeeldenaar' genoemd.

Ruim 8900 blokbeeldenaars zijn, gesorteerd per munt, in een overzicht (let op: 538 MB PDF) van 801 pagina's opgenomen.
Dit geeft tevens een indruk van de vormenrijkdom.

Bewaar dit overzicht op de computer en open het in bijvoorbeeld Adobe Reader. In de zijbalk wordt de index getoond, waarmee je snel toegang krijgt tot de gewenste munt.
Bovendien is op pp. 2-4 een index opgenomen waarmee je snel naar de betreffende munt doorklikt.

Uit dit overzicht valt af te leiden dat sommige muntgewichtverkopers dezelfde stempelsnijder hadden, of dat ze de stempels overnamen van voorgangers / concurrenten. Zie bijvoorbeeld onder Amsterdam bij Listingh en onder Hamburg bij Dunwalt. Maar ook dat een muntgewichtverkoper voor dezelfde blokbeeldenaar meerdere, verschillende stempels kon gebruiken.



Per muntgewichtverkoper gesorteerd:

In de rubriek Muntgewichtverkopers zijn ruim 8900 muntgewichten opgenomen, verdeeld over de verschillende muntgewichtverkopers.
Zie aldaar de kolom 'Muntgewichten'.



Achtergronden:

Muntgewichten zijn voor individuele gouden munten uitgegeven.
Bij de aanmunting moest dikwijls een vaststaand aantal gouden munten per 'mark' worden geslagen. Dit wordt het 'snedegetal' genoemd, dat soms ook op de muntgewichten wordt vermeld. Waarbij een 'mark' in de Noordelijke Nederlanden tot 1586 gesteld kan worden op 244,753 g en daarna op 246,084 g (een half troois pond).
In andere landen had het mark vaak een iets andere massa: Frankrijk 244,753 g, Engeland 248,828 g, Keulen 233,856 g, Spanje 230,384 g en Portugal 229,5 g. Bron: Pol (1990) p. 24 / Nissen (2017) p. 4292.

Zilveren munten werden gewoonlijk niet individueel nagewogen. Een uitzondering hierop vormt de periode omstreeks 1600, toen er muntgewichten van messing en lood werden aangeboden
voor het nawegen van de grootste zilveren munten.
Loden muntgewichten zijn nooit in een muntgewichtdoos aangetroffen. Ze zijn meestal rond van vorm. Er was blijkbaar een markt voor losse muntgewichten, zonder een specifiek hiervoor gemaakte opbergmethode zoals een muntgewichtdoos.
Eind 18e eeuw verschijnen er nog wat muntgewichten voor zilveren munten, echter voorzien van een opschrift in letters en cijfers; er werd geen aparte blokbeeldenaar meer vervaardigd.

Laatmiddeleeuwse munten, waarvoor alleen laatmiddeleeuwse muntgewichten bestaan, zijn nog niet op deze website te vinden. Hiervan zal nog een apart overzicht worden samengesteld.


Terug naar de startpagina.


Update: 30-3-2024